Ik krijg vanuit beheer en waterschap de vraag of de oevers in de BGT opgedeeld kunnen worden. Dit zou wenselijk zijn om de natuurvriendelijke oevers te kunnen registreren.
De definitie van Oever komt hiermee wel in het gedrang. Want een oever grenst een een zijde aan het water en de andere zijde wordt begrenst door de kant insteek.
Als ik de oever opdeel in een deel (natuurvriendelijke) Oever en in een deel Oever heb ik een “probleem”. Daarnaast weet ik niet of deze werkwijze gevolgen zou hebben voor de BRT (kant insteek)
Om de oever op te delen in een Oever (natuurvriendelijk deel) en een begroeid terreindeel lijkt me ook niet de oplossing…
De regel (en de intentie van de regel) is in principe als volgt:
De BGT is een basisregistratie en registreert dus basisobjecten (Oever) en geen “plaatselijke dialecten” (Natuurvriendelijke Oever).
De BGT registreert dus in principe de oever als een geheel.
Het cartografisch beheer wordt toegewezen aan de bronhouder die het meeste baat heeft bij dat cartografisch gegeven, meestal de instantie die ook over het fysiek beheer gaat, maar dat fysiek beheer heeft geen relevantie voor de geometrie van dat object en in principe ook geen relevantie voor andere bronhouders, gebruikers, afnemers, en/of het authentieke gegeven zelf, en dient dus in een eigen registratie te geschieden. Die opdeling mag best publiek gemaakt worden, misschien zelfs in een inrichtende laag van de BGT oid, maar hoort niet thuis in het BGT object zelf.
Het is wel zo dat als je bronhouder bent van een object, dat je dan bepaalde rechten hebt met betrekking tot het opsplitsen van dat object op basis van beheer, maar, wil ik daar onmiddellijk aan toevoegen, die rechten komen zeer waarschijnlijk voort uit onwetendheid rondom de intentie van de BGT als basisregistratie en het toewijzen van objecten op basis van “beheer”. Er is namelijk deze ernstig verouderde werkafspraak: bronhouder vs beheerder
Om het misschien wat chargerend te stellen: het is ongetwijfeld wenselijk om zulke oevers te registreren, er is vast nog veel meer informatie die je daaraan wilt hangen, maar wat heeft de BGT daar dan mee te maken?
Ik zou de vraag graag terug leggen bij beheer en waterschap:
Waarom is het wenselijk om die natuurvriendelijke oevers (apart) te kunnen registreren in de BGT?
Hallo Oscar,
Mooie uiteenzetting en duidelijk verhaal. Maar toch, enerzijds dus niet in het kader van de BGT en het cartografisch beheer en tegelijkertijd een werkafspraak waarin bovenstaande weer enigszins teniet gedaan wordt.
Natuurlijk ga ik eerst in overleg en hoor ik graag het hoe en waarom. De uitkomst hiervan koppel ik graag terug in dit topic.
Ik heb inmiddels wel begrepen dat de waterschappen tegen meer zaken aanloopt en hier een oplossing in de BGT voor zoekt. Wordt vervolgd…
Als ik het goed heb wil je bijvoorbeeld object B opsplitsen in een b1: natuurvriendelijke oever en een b2: ‘normale’ oever?
En dan is het probleem dat b1 niet meer grenst aan het water wat in strijd is met de definitie?
Dat vind ik wel wat lijken op het opdelen van grasvelden voor de Beheer Openbare Ruimte die graag meerdere vlakken wil hebben om aan te kunnen geven welk deel van het grasveld ‘intensief gemaaid’ moet worden en welke minder vaak. In de BGT komt dat dan terug als verschillende vlakken ‘grasveld’ naast elkaar. Eerst mocht dat niet, (en toen moest de hele A2 van Amsterdam tot Maastricht ook afgebakend worden als één object), maar toen dat wat onpraktisch bleek is daar van afgezien en kan het gewoon: meerdere objecten van hetzelfde type naast elkaar met ‘beheergrenzen’ ertussen.
Dus in jouw geval lijkt me dat je ook gewoon deze oever kunt opsplitsen in een b1 en b2.Dat b1 dan niet geheel voldoet aan de definitie maakt niet veel uit, omdat als je b1 en b2 samenvoegt, een eenvoudige GIS-query om naast elkaar gelegen objecten met dezelfde attributen samen te voegen tot één object (B), die ‘oever, slootkant’ wél gewoon voldoet aan de definitie.
In het beheerpakket van de Oevers zal je dan wel b1 als Natuurvriendelijk moeten registreren en b2 als normale oever.
Basisregistratie Topografie (BRT): klinkt misschien flauw, maar hebben we daar niet veel mee te maken? Uiteraard mogen/kunnen ze de BGT gebruiken als basis om de BRT mee te actualiseren, maar we moeten wel elkaars verschillen respecteren. En met genoemde GIS-query kunnen de BRT-beheerders de Oever-objecten ook makkelijk aggregeren tot één geheel.
Om ‘natuurvriendelijke oever’ als extra objecttype in het Ondersteunend Waterdeel toe te voegen, naast ‘oever, slootkant’ en ‘slik’ lijkt me niet wenselijk. Tenzij je een use-case weet waarin meerdere BGT-afnemers baat hebben bij die specifieke onderverdeling. Je moet je realiseren dat er bij alle bronhouders bevlogen, professionele, BGT-beheerders zijn die hun best doen dagelijks de BGT actueel, betrouwbaar en compleet te houden. Ze hebben verstand van ‘slik’, allerlei typen ‘gelsoten, open, half verhard, onverharde’ fysieke voorkomens bij onbegroeide waterdelen. Verschillende type waterlopen en watervlaktes. Elk type extra om uit te kiezen is er weer één waar een (menselijke) vergissing aan de BGT toegevoegd kan worden waardoor de kwaliteit als geheel naar beneden gaat. Als ‘natuurlijkvriendelijk’ echt een toevoeging geeft voor de maatschappelijke opgaven waar we met zijn allen voor staan en de BGT voor gebruikt kan worden; tuurlijk: Dan doen we dat met alle liefde en plezier. Maar als het alleen voor de ‘beheerders van de Oevers’ is, tsja, laat dat “plaatselijke dialect” dan toch vooral in het beheerpakket van de Oevers.
Wat een uitgebreid en helder antwoord Thomas. Ben ik blij mee Inmiddels heb ik de eerste overleg gehad met Waterschap en beheer. Daar kwamen we tot dezelfde conclusie nav de documentatie die Oscar al had aangereikt. Mooi om dus te zien dat ook jij tot eenzelfde conclusie komt. Vwb de BRT: daar was ik nieuwsgeirig… Gezien de werkafspraak bronhouder vs beheerder is er besloten om een pilot te doen met een klein gebied. Allen hartelijk dank voor de feedback!!!
Nog ter aanvulling:
In de BGT Kwaliteitsrapportage is een signaalindicator ‘Oevers niet grenzend aan water’. Wanneer een oever aan een andere oever grenst en die oever wel aan water grenst, leidt het object NIET tot een bevinding.