Dacht eerst: maar dit is de De Vogelvluchtkaart van Cornelis Anthonisz uit 1544. Mogelijk was hij wel de eerste om vanuit dit vogelvluchtperspectief te karteren. Net als tegenwoordig: een succesvol ontwerp/aanpak kende veel varianten: bijv later van Lodovico Guicciardini uit 1581. Zoals daar leest:
De kaart (van Lodovico Guicciardini) is gekopieerd naar een plattegrond
die vanaf 1571 was verschenen in de stedenboeken van
Georg Braun en Frans Hogenberg, die weer een verkleining was van de eerste
gedrukte kaart van Amsterdam vervaardigd door Cornelis Anthonisz. uit 1544.
Er staan vier hoogtes op; drie op land en een in het water.
De hoogtes op land zijn van laag naar hoog: 95,42 - 91,73 - 89,91
Het hoogste punt - op bastion 7 - heeft de laagste waarde. Het lijkt alsof ze een nulpunt ergens in de lucht hebben genomen en de afstand naar beneden meten.
Weet iemand het fijne daarvan?
Iemand vroeg me of een kaart bestaat van de Nederlandsche provincies en hun hoofdsteden.
Ik dacht misschien kan ik zelf iets maken. Hij wordt 40×60 geprint en aan de muur gehangen
hmmm, daar zeg je wat: de wallen van het Fort Sint Pieter liggen op 85 meter boven NAP. Dus misschien gebruiken ze inderdaad wel een ligging onder een fictief referentie-vlak. Beetje apart, maar er waren waterpasinstrumenten die vanwege het lenzenstelsel alles ondersteboven weergaven, dus daar had je ook een speciale ondersteboven baak voor. Mischien een reden?
Dat fort is overigens wel wat ouder, maar ook
In het begin van de 19e eeuw is het nog ingrijpend gemoderniseerd om aan de eisen van de tijd te kunnen voldoen
dus wie weet? Ik had nog even de hoop dat er wat in de tekst van de kaart zou staan, maar helaas…
Zo te zien ligt het referentievlak niet in de lucht maar gewoon ergens in de stad. Dan is het opeens niet zo vreemd meer. Als de maker een willekeurig lokaal nulpunt moest kiezen ligt het voor de hand dat een op een centraal (in dit geval hoogste) punt te doen. Dat dit dieptes oplevert, of negatieve hoogstes waarbij het minteken weggelaten is, komt in een tijd waar we gewend zijn aan nationale hoogtestelsels met referentiepunten op zeeniveau alleen wat vreemd over. Nationale hoogtestelsels vindt men over 200 jaar waarschijnlijk net zo gek. Zie hier de verschillen tussen de huidige nationale hoogtestelsels en het European Vertical Reference System (het International Vertical Reference System is nog niet gerealiseerd).
Oh wacht, ik zat naar de rode cijfers te kijken in plaats van de zwarte. Maar ook dan zou het nog kunnen als de eenheid kleiner dan een meter is (een of andere voet of zo) en een punt bovenin de kerktoren als nulpunt gebruikt is. Voor xy-coördinaten was dat in die tijd heel gebruikelijk, dus het kan best zijn dat dat soms ook voor de hoogte gedaan werd.
Bij bastion Belvidere heeft de borstwering hoogte 88,94 en de gracht hoogte 97,50.
Het verschil is 8,56. Dit kunnen geen voeten zijn want dan zou het 2,69 m zijn, dat is meer iets voor speelgoed.
Toises kan ook nauwelijks want dan zou het 16,68 m zijn.
Ik ga uit van meters en een referentievlak op zo’n 118 m maar ik moet daar nog een projectje van maken.
Ja maar dit is een Franse kaart. Er staan twee schalen op, een in meters en een in toises. Nu hoeven de hoogtes dieptes niet per sé in meters of toises te zijn maar de el is wel wat ver gezocht.
Inmiddels contact gehad met het Franse IGN.
Dat wist te melden dat vroeg 19e eeuwse militaire kaarten, en vooral voor vestingbouw, inderdaad vaak een lokale referentiehoogte gebruikten, zoals een vlak in de lucht of een hoogte ergens die intern bij de militairen bekend was.
Het IGN heeft de kaart bekeken maar nergens iets gevonden dat de hoogtes uitlegt dus verder weet het het ook niet.
Ik zal naar het Venloos Archief gaan en vragen of dat een mooi profiel met maten heeft, een profiel door een bastion en door de er voor liggende gracht bijvoorbeeld. Hopelijk kan ik er dan achter komen wat de eenheid van hoogte op de kaart is.
De vesting heeft bestaan tot 1867 toen de meter al lang en breed gemeengoed was.