Ik heb de vraagsteller al persoonlijk benaderd over deze vraag. Hieronder het antwoord voor overigen.
Het gebied betreft een moerassig gebied. Dat betekent dat er, gedurende de vluchten in de winter, mogelijk zeer natte gebieden aanwezig zijn geweest. Een van de eigenschappen van laser (de techniek waarmee het AHN wordt ingewonnen) is dat deze minder goed reflecteert op natte of nattige gebieden. Onder het vliegtuig, tot een hoek van 15 graden, is de reflectie beter dan daarbuiten en krijgt het syteem meer pulsen terug.
In het nattige gebied zie je daarom een patroon die de vluchtstroken volgen, onder het vliegtuig meer reflectie dan daarbuiten. Je ziet ook dat de dekking een stuk lager is dan in normaal droge gebieden. De verschillen tussen de stroken zijn ca. 10 centimeter en zijn toe te schrijven aan het minder goed kunnen aansluiten van de stroken. Deze 10 centimeter valt nog wel binnen de specificaties (mede omdat het natte gebieden betreft).
De geconstateerde afwijkingen zijn inherent aan de inwintechniek en vallen bovendien binnen de specificaties. De AHN organisatie zal deze zaken niet corrigeren, omdat deze niet binnen het bestaande proces te corrigeren vallen zonder de kwaliteitskenmerken van het meetsysteem geweld aan te doen.
Mogelijk is het 5m raster meer geschikt. De hoogtedata kan ter plekke ook gemiddeld worden om een visueel gelijkmatiger bestand over te houden.